Van bestelwagen naar blanco canvas

Velen dromen ervan: een vrij leven on the road met een eigen campervan. Helaas neemt zo’n nieuw busje vaak een te grote hap uit je budget. Zo is dat ook voor reporter Evelien en partner Bram. Daarom bouwen ze zélf een kampeerwagen.

‘Ik denk dat dit weleens ons busje kan zijn.’ Dit berichtje stuurt Bram me begin januari 2022. In het zoekertje dat erbij zit, zie ik een op het eerste gezicht prima bestelwagen. Sinds vorig jaar zoeken we ons suf naar een betaalbare en vooral degelijke tweedehands camionette om eigenhandig om te bouwen tot kampeerwagen. Beiden houden we van reizen, buiten leven en ontdekken. Bram ging als kind jarenlang met zijn ouders op campervakantie.

Voor mezelf was die manier van reizen nieuw. Tijdens de coronazomer van 2020 trokken we voor het eerst samen op pad met de kampeerwagen van Brams ouders en was ook ik direct verkocht. Het kriebelde meteen om er zelf eentje te kopen. Tot we het prijskaartje van een nieuw exemplaar zagen. Buiten budget en dus ontstond spontaan een ander plan: er zélf eentje bouwen.

Vol energie schuimen we platformen af zoals Autoscout en bekijken we tweedehandspagina’s van garages en fabrikanten. We zoeken specifiek naar een lengte 3/hoogte 2-type, een busje dus van ongeveer 6 meter lang en 2,50 meter hoog. Een praktisch formaat, waarmee je overal kan rijden, met voldoende ruimte voor onze plannen. In onze kampeerwagen willen we een vast bed in de breedte, keuken, eetplek en ingebouwd toilet. We zoeken gericht naar een Citroën Jumper, Fiat Ducato of Peugeot Boxer, want die zijn net iets breder.

Telkens als we een interesssante bestelwagen zien, is er wel iets dat ons niet tot aankoop laat overgaan. De kilometerstand is te hoog, het busje is te oud, vervuilend of afgeleefd, de aanschaf te duur… Op sociale media als Instagram en Pinterest zie je non-stop de mooiste eigenhandig omgebouwde busjes passeren en daardoor blijven we gemotiveerd. We blijven dromen.

Check en dubbelcheck

Dat ene zoekertje brengt ons begin januari naar Garage Winimotors in Peer. Licht nerveus, want wie weet leggen we meteen een grote som geld neer. ‘Het is echt een uitzonderlijke goeie tweedehands camionette’, vertelde garagist en eigenaar Nick ons eerder die week al aan de telefoon. Maar toch, je wil geen kat in een zak kopen natuurlijk. Goed voorbereid stappen we de garage binnen. Een witte Citroën Jumper staat blinkend klaar voor een testrit.

We laten niks aan het toeval over. We kijken of de wagen zonder schokken en stoten optrekt, of het stuur trilt en controleren hoe de rook uit de motor komt. Is die blauw, dan is de motor wellicht oud en versleten. Witte rook wijst op waterdamp en zwarte rook is vanzelfsprekend nooit goed. We houden ook een remtest: bij het remmen wil je natuurlijk dat je wagen reageert, maar ook dat hij niet van zijn koers afwijkt. ‘Ideaal, daar is een vluchtheuvel’, zegt Bram en hij rijdt er veel sneller over dan je normaal doet. ‘Check, de bus veert niet na.’

Onderweg houden we halt en nemen we tijd om extra’s af te vinken: we luisteren naar het geluid van de motor in stilstand – dat mag niet haperen – en controleren de staat van de oliedop, de banden en het koetswerk. We speuren ook naar roest, want dat is de grootste vijand van een wagen. Winimotors heeft de bestelwagen langs de binnenkant netjes bekleed met nieuwe, houten panelen. Heel proper, maar het doet twijfelen: wat vinden we eronder?

De auto valt stil. ‘Super’, zegt Bram met een grote glimlach. ‘De koppeling is ook geslaagd voor de test.’ Als de wagen niet stilvalt als je in tweede versnelling met de handrem vertrekt, dan is de koppeling aan het einde van zijn Latijn. ‘En? Verkocht?’ Garagist Nick drukt ons op het hart dat we niet bang hoeven te zijn voor een slechte aankoop. Hij weet ons vertrouwen te winnen en geeft aan dat als er toch iets scheelt, hij er meteen werk van maakt om ons verder te helpen. Bovendien heb je recht op een jaar garantie als je bij een erkende garagist koopt. 

Bezint eer ge begint

Amper een paar dagen later pikken we onze toekomstige kampeerwagen piekfijn in orde op. Tijdens ons eerste bezoek merkten we wat kleinigheden op: het elektrisch raam aan de bestuurderskant deed het niet, er waren wat kapotte lampjes en een deuk in de achterdeur. Bij thuiskomst kent ons enthousiasme geen grenzen. We hebben zin om ons nieuwe verhaal te schrijven. Helaas is de feestvreugde snel verstoord: een groot gat in het koetswerk boven één van de wielen leidt opspattend water rechtstreeks in de laadruimte.  

Een paar weken later staat de wagen weer hersteld op onze oprit en kunnen we erin vliegen. Maar eerst verder plannen en uittekenen, want als een kip zonder kop beginnen bouwen is geen ideale aanpak. In een camper wil je alle ruimte zo goed mogelijk benutten. Dus doen we aan indelen en herindelen, afplakken op de vloer… tot we tevreden zijn. In tussentijd hebben we ons sterk ingelezen, over de do’s and don’ts, over materiaalgebruik, elektricteit, gas, water, zonnepanelen én keuringen.

Klaar om te beginnen. We strippen de camper: de houten zijpanelen vliegen er voorlopig uit en ook de scheidingswand tussen de bestuurderscabine en laadruimte verdwijnt in eerste instantie. Om een camper te bouwen wil je van een blanco canvas beginnen, zodat je al je elektriciteitskabels, waterreservoirs, water- en gasleidingen kwijt kan. Om extra kastruimte te creëren halen we ook het compartiment boven de stoelen eruit.

Met onze plannen op zak maken we een uitstap naar kampeerwinkel De Wit in Schijndel, boven Eindhoven, Nederland. Een walhalla voor de camperombouwer met een ruim assortiment technische accessoires. Tegenwoordig kan je natuurlijk alles online bestellen, maar het loont de moeite om de spullen ook écht te zien. We hangen er ruim vier uur rond. Niet omdat we niet weten wat te kiezen, wel omdat er zoveel te zien is en we ons goed laten informeren. De koffer van onze auto zit stampvol als we naar huis rijden, met zijramen, een dakluik, een compacte frigo, zonnepanelen en een toilet. Eens thuis, zetten we het toilet direct eens op z’n toekomstige plek en we zien dat het goed is. Nu kunnen we écht starten. 

Homologeren tot camper of niet?

Evelien en  Bram gaan ervoor, ook al is de Belgische wetgeving is niet mals als het aankomt op zelfombouw.

We kochten een Citroën Jumper, waarin we een vast bed, keuken, eetplek en toilet zullen installeren. We kunnen onze wagen, eens omgebouwd, niet laten homologeren tot camper. Als je je bestelwagen wil laten inschrijven als camper, heb je aan strikte voorwaarden te voldoen.

Zo mag je dan zelf geen ramen plaatsen en al zeker geen stoelen, maar moet je daarvoor samenwerken met een erkende ombouwer. Bovendien heb je een akkoord nodig van de fabrikant zelf. Anders kan je geen goedkeuringscertificaat aanvragen bij het departement mobiliteit en openbare werken.

Citroën is niet happig op ombouwen en geeft geen akkoord, dus voor ons is homologatie niet aan de orde. Dat betekent dat ons voertuig ingeschreven is en gekeurd wordt als lichte vracht. Voordeel is dat we alles zélf mogen doen en dat maakt ons project natuurlijk goedkoper. Ook onze jaarlijkse keuring kost een stuk minder.

Een scheidingswandje van minstens 20 centimeter tussen het leefgedeelte en de bestuurderscabine is bij lichte vracht verplicht. Daardoor zijn draaibare stoelen, zoals in de meeste ‘echte’ campers, minder makkelijk integreerbaar. Het grootste nadeel is dat je nooit extra zitplaatsen voor passagiers mag creëren in het woongedeelte. Daarom kiezen wij ervoor om onze drie vaste zitplaatsen sowieso te behouden. 

Wil je zelf een camper bouwen? Bekijk dan wat jij nodig hebt en lees er de Belgische regelgeving goed op na.

Gepubliceerd op donderdag, december 15, 2022 door Evelien Heeren

Delen