Elfstedentocht 2024… met de camper!

1963, 1985, 1997: dat waren de drie laatste edities van de Elfstedentocht, de ‘Tocht der Tochten’ zoals de heroïsche schaatstocht van bijna 200 km lang ook wordt genoemd. Sinds die laatste tocht wil Koning Winter Winter niet meer mee… maar gelukkig kan je ook op andere manieren de elf Friese steden ontdekken… Wat dacht je van een campertocht?

Gloeiend rode wangen en kriebels in je buik als je over het ijs vliegt: schaatsen is dolle pret. Toch waren die messen onder je voeten het in eerste instantie gewoon een praktische manier om je te verplaatsen. In de prehistorie werden gemeenschappen in de winter sterk beknot door onbegaanbare paden. Schaatsen over het ijs was dé oplossing, zeker in waterrijke gebieden. Om sneller grotere afstanden te kunnen afleggen, werden geslepen dierlijke botten onder de voeten gebonden. Die benen glijders, glissen of glissers genoemd, worden beschouwd als de voorloper van de schaats. De glissenglijders bewogen zich voort door zichzelf af te zetten met prikstokken met een harde punt, net als bij skiën.

Pas rond 1200 deed de houten schaats zijn intrede. Waarschijnlijk waren het de Nederlanders die als eerste een geslepen strook metaal aan de schaats toevoegden, waardoor je je zijwaarts kon afzetten en veel sneller kon glijden. Door de eeuwen heen ontwikkelde schaatsen zich steeds meer als competitieve sport en in Friesland werd het een erezaak om op schaatsen, in één etmaal, langs alle Elf Friesche Steden te gaan. Mogelijk waren er al dapperen in de laatste kwart van de zeventiende eeuw maar de oudste notities dateren uit 1749.

In de 19de eeuw waren er heel wat Elfstedenrijders, die op eigen houtje een poging waagden, maar de eerste officiële Elfstedentocht werd georganiseerd door De Friesche IJsbond op 2 januari 1909. Echt competitief was de wedstrijd nog niet. Er waren 23 deelnemers en over de nummers vier tot en met zeven wordt vermeld: ‘Ze waren opgewekt, spraakzaam en gaven meer de indruk van een reizend gezelschap dat zich zeker weet van de bestemming, dan van wedstrijdrijders, die het eerst de eindpaal willen bereiken.’

 De zee geeft, de zee neemt

Sindsdien organiseert De Koninklijke Vereniging De Friesche Elf Steden elk jaar de Elfstedentocht, langs de elf steden in Friesland die ooit stadsrechten hebben verkregen. Of de tocht daadwerkelijk gereden kan worden, is afhankelijk van het weer: het ijs moet 15 centimeter dik zijn over de volledige route. Tot nu toe was dat nog maar vijftien keer het geval. Gelukkig is vrieskou geen vereiste voor een campertocht. Dus: op naar Friesland! En zo komt het dat we rijden over het Friese platteland, langs het water en door de piepkleine dorpjes die op de route liggen. Voor ons geen must om te starten en eindigen in Leeuwarden, wij kunnen onze stempelkaart ook bij eender welke stempelpost afhalen.

Onze tocht start bij Marina Stavoren, op het meest zuidwestelijke puntje van de route. Er dobberen nog heel wat bootjes in de haven en op het IJsselmeer zweeft hier en daar nog een moedige kitesurfer door de grijze lucht. Van hieruit wandelen we naar het centrum van Stavoren, de oudste stad van de Friesche Elfsteden, Hanzestad en thuishaven van Friese koningen en zeevaarders. Ooit was Starum een kuststad aan de Zuiderzee, welvarend door de scheepvaart en de handel. Al sloeg het lot meer dan eens om door overstromingen, zeehandelsoorlogen of een haven die verloren ging. Dan verviel de stad van weelderige rijkdom en schrale armoede. Een legende wijt het verval aan Het Vrouwtje van Stavoren, een rijke koopmansweduwe die in een huis met gouden vloeren en zilveren wanden woonde. Ze bezat meer schepen dan alle kooplieden van de stad samen en werd met de dag rijker. Toch bleef het vrouwtje ontevreden. Ze stuurde een schipper erop uit om het kostbaarste bezit ter wereld voor haar te zoeken. De schipper kwam terug met een kostbare lading graan, maar dat vond het vrouwtje maar niks en ze droeg de man op het graan in zee te storten. Toen een voorbijganger haar een lot vol armoede voorspelde, gooide ze een gouden ring in de zee en sprak: ‘Net zomin als ik deze gouden ring zal terugzien, zal ik in de bedelstand vervallen.’ Op een dag bracht een van haar dienaren haar een vis, met in zijn maag haar gouden ring. Vanaf dat moment keerde het lot en eindigde het vrouwtje eenzaam en arm. In de oude haven kijkt ze uit op een rij kleurrijke huisjes, waaraan het stadje de bijnaam ‘Kopenhagen van Friesland’ te danken heeft. Aan de overkant staart een groteske vis ons aan: De Vis voor Stavoren van de Amerikaanse kunstenaar Mark Dion is een van de elf sculpturen die Friesland kreeg toen Leeuwarden de culturele hoofdstad van Europa werd. Met zijn opengesperde ogen kijkt de vis ons verschrikt aan, alsof hij zelf ook niet snapt wat hij hier ligt te doen. Het is een knipoog naar de prent van Pieter Bruegel de Oude: Hoe grote vissen kleintjes eten.

 

Terug in de tijd

In Hindeloopen, Hylpen in het Fries, lijkt de tijd te hebben stilgestaan. De stad lag dan ook lang erg geïsoleerd van de rest van Friesland, waardoor de inwoners een eigen taal, klederdracht en schilderkunst ontwikkelden. De bruggetjes, mooi onderhouden tuintjes en historische gebouwen zorgen voor een sereen sfeertje. Ik heb bijna de neiging om hier te fluisteren. Ook de fontein, ontworpen door de Chinese Shen Yuan, straalt rust uit. Hij symboliseert levensenergie en wijsheid. Ik heb zin om me hier op een bankje te nestelen en urenlang niks te doen. In het schaatsmuseum duiken we terug in de tijd. Het is een echt familiebedrijf, dat startte met de verkoop van Hindelooper schilderkunst. Gauke, een fervent schaatser én schilder, startte samen met zijn vrouw Gretha met het verzamelen van schaatsen en alles wat ermee te maken had. Die hobby groeide uit tot het grootste museum op schaatsgebied. Niet alleen de schaatsencollectie - de grootste ter wereld - is indrukwekkend, ook de authentieke werkplaatsen met o.a. een pottenbakkerij, timmerwerkplaats en een smederij zijn heel erg boeiend.

Een hartige pannenkoek geeft genoeg energie voor een uitstapje naar de volgende stad op deze tocht: Workum. Al eeuwenlang wordt het stadswapen hier ondersteund door twee leeuwen, die door kunstenares Cornelia Parker werden opgeblazen tot levensgrote, theatrale katten die water naar elkaar spuiten. Zonder dat wapenschild kijken we door de lege ruimte tussen hen in uit op de stad en de bijzondere laatgotische Sint Gertrudiskerk. Echt warm is het niet; toch lopen kinderen gillend onder de waterstralen door. Vlakbij ligt El Cafetín, de koffiebar van de goedlachse Horacio, waar je lijf en ziel kan verwarmen. En route naar Bolsward ontdekken we het kunstwerk Fyftjin en Fierder van Pieter Jan Stallen. Vijftien silhouetten in cortenstaal verbeelden het verleden van de 15 tochten uit de vorige eeuw én het verlangen naar wat nog komen gaat. Want of de tocht ooit nog eens kan doorgaan? Tja, dat weet niemand…

Handel & wandel

Bolsward of Boalsert was net als Stavoren een Hanzestad. Eén stad is tenslotte maar een stad, 11 steden een schaatswedstrijd en 150 steden een solide handelsverbond. De samenwerking tussen deze steden ging piraterij en zeerovers tegen en beschermde de handelsroute die door het noordoosten van Europa liep. De rijkdom straalt nog altijd van het versierde stadhuis en de statige gevels af. Ook het oudste gebouw van de stad, de Broerekerk, die in 1980 door een brand werd verwoest, werd nieuw leven ingeblazen door een glazen dakconstructie. De lichtinval is in elk geval goddelijk.

Wind en water begroeten ons in Harlingen, de enige zeehavenstad van Friesland. Langs de Waddenzee wandelen we naar de Nieuwe Willemshaven, waar we worden begroet door vogels en de geur van de zee. Op de achtergrond silhouetten van pakhuizen, een levensechte potvis en het wad dat schittert in het avondlicht. ‘Weet je nog toen we gingen wadlopen en ik tot mijn middel in het water stond. En de boot maar niet kwam?’ Het winters wadlopen van enkele jaren geleden liet bij mijn dochter spannende herinneringen achter. Naast verkleumde voeten herinner ik me vooral het bijzondere licht. Tegenlicht is het toch mooiste licht?

Van Oortwolk tot ijsfontein

Terwijl de meeste Friese steden hun rijkdom aan visserij of scheepvaart danken, ontwikkelde Franeker of Frjentsjer zich vooral door een eigen universiteit. Studenten uit heel Europa studeerden hier: theologie, rechten, medicijnen of wiskunde. Ook na het verdwijnen van de academie kende het stadje enkele beroemde bollebozen. Zo ook Jan Hendrik Oort: zijn hypothese dat er rond ons zonnestel een wolk van miljarden komeetachtige objecten beweegt, betekende halverwege de twintigste eeuw een doorbraak in de astronomie. Zijn Oortwolk is naast de Martinikerk vereeuwigd in een van de elf fonteinen, waaruit de wolk als een nevel van fijne druppeltjes opstijgt. Oort is echter niet de enige beroemde astronoom uit Franeker.

Eise Eisinga was geen wetenschapper, geen professor aan de academie. Hij was wolkammer, een zakenman met een groot bedrijf. Daarnaast had hij zo’n uitzonderlijke fascinatie voor wiskunde en sterrenkunde, dat hij al in zijn tienerjaren een wiskundeboek en een sterrenkundeboek schreef. Wat later werd het nog gekker: in het plafond van zijn woonkamer bouwde hij een echt planetarium, in hemelsblauw met gouden details, waarop heel precies de actuele stand van de toen bekende planeten te zien is. En dat is nu nog het geval. De schaalmodellen van Mercurius, Venus, Aarde, Mars, Jupiter en Saturnus bewegen namelijk in dezelfde tijd rond de zon als de echte planeten. Het geweldig radarwerk van houten hoepels en schijven met tienduizend met de hand gesmede spijkers als tanden, is te bewonderen op de lage zolder. Eise dacht zijn model in zes maanden te kunnen klaren, maar uiteindelijk kostte het hem zeven jaar. Een titanenwerk. Nog in het jaar van voltooiing werd de planeet Uranus ontdekt, maar daarvoor was in het planetarium geen plaats meer…

Na dit fascinerende bezoek, bollen we over kleine weggetjes naar het noordelijkste stadje van onze camper-Elfstedentocht: Dokkum. Bij Gytsjerk, midden tussen de nieuwsgierige koeien, moeten we gewoon een pauze inlassen bij het Elfstedenmonument It Sil Heve, beter gekend als de Tegeltjesbrug. De brug over De Murk is de laatste brug op de Elfstedentocht voor de finish. Van dichtbij zie je duizenden tegeltjes met portretten in blauw glazuur: jong en oud, bekend en onbekend, van vroeger en nu. Heel wat bezoekers gaan op zoek naar zichzelf, een vader, moeder of grootouder. Hier en daar wordt er een traantje weggepinkt. Van veraf vloeien de portretten samen tot een groep schaatsers, een ontzagwekkend en ontroerend plaatje.

Dokkum is normaal een bruisende plaats, maar op zondag is het vooral De IJsfontein die met de aandacht gaat lopen. Het ijs tekent patronen op de koperen huid van de sculptuur en dus ziet de fontein er geen dag hetzelfde uit. De oppervlakte voelt ijskoud aan. Volgens een omstaander kleurt de fontein bij vrieskou zelfs helemaal wit. Daar komen we graag een keertje voor terug!

Miniatuur avontuur

Margreet verwelkomt ons met open armen op de camperplaats in Leeuwarden, hoofdstad van Friesland en begin- en eindpunt van de Elfstedentocht op de schaats. Als ervaren camperaars en een van de initiatiefnemers van de camper-Elfstedentocht weet ze maar al te goed wat camperaars nodig hebben. Ze overlaad ons met tips & tricks voor haar stad, weet de lekkerste restaurantjes en wijst ons meteen op een van de miniatuurmensjes die verstopt zit op de camperplek.

De rest van de Miniature People wandelroute gaat door steegjes, over pleintjes en langs onbekende plekjes in het centrum. Fotograaf Michel Tilma fotografeerde piepkleine tafereeltjes van nog geen 2 centimeter hoog op bijzondere plekken in de stad, om ze er vervolgens achter te laten om gevonden te worden. Waar wandelen meestal gepaard gaat met traditioneel gezeur, zoekt onze dochter nu vrolijk mee naar de piepkleine Liwwadders, die vaak goed verstopt zitten.

Leeuwarden is naast schaatsstad ook de stad van de scheve Oldehove, van streetart, Mata Hari en graficus M.C. Escher. We komen tijd en ogen te kort. De Love fontein is absoluut de indrukwekkendste van de 11 fountains. Ondanks de stromende regen zijn de zeven meter hoge kinderhoofden met gesloten ogen een pakkend beeld. Mist stijgt op onder het stralend witte koppeltje, als ochtenddauw boven het gras.

Waterland

Zuidwaarts! Heel eventjes mocht Sneek in de vijftiende eeuw de hoofdstad van Friesland zijn. Logisch, als je het Centraal Station bent voor al het Friese waterverkeer… De stad kreeg een stadsgracht en een stadsmuur en zo werd Sneek de enige ommuurde stad van Friesland. Het geluk bleef echter niet duren en net als bij de vele andere steden wisselden welvaart en zware armoede elkaar af. Pontificaal voor de Waterpoort, een overblijfsel van de oude vestigingswal, lijkt De Fontein van Fortuna boven het water te zweven: een man met de hoorn des overvloeds waar water uit klatert, op een gouden bol die om zijn as draait. Het symboliseert het geluk dat je het ene moment kan overvallen, maar je al even snel de rug kan toekeren. Kijk maar naar de geschiedenis van Sneek.

Ook IJlst wordt omringd en doorsneden door waterwegen. De handel draaide er vooral om hout en als er wind is om de wieken van houtzaagmolen De Rat in beweging te zetten, stampen de zaagramen in het binnenste van de molen nog steeds op en neer. De boomstammen die zojuist nog lekker lagen te weken in het water, drijven naar binnen om er als planken weer uit te komen. ‘Gewaterd’ hout trekt namelijk minder snel krom. Van al dat hout produceerde fabrikant Nooitgedagt gereedschappen, kinderspeelgoed en natuurlijk ook schaatsen. In 1865 begint het verhaal, als Jan Jarigs Nooitgedagt start met het produceren van schaatsen en schaven op de zolder van zijn huis. Jarenlang breidt hij uit en hij trekt samen met zijn zonen doorheen het land om hun producten aan de man te brengen. In 1956 bedraagt de totale productie van houten schaatsen wel 80.000 paar. In de jaren ’90 is er niemand meer binnen de familie om het roer over te nemen en het bedrijf gaat verloren, zodat van de naam Nooitgedagt enkel nog een herinnering overblijft…

Klein, maar fijn

De leste zijn de beste, of in het Fries: de lêste binne de bêste en dat is voor de laatste elfstedenstad zeker het geval. Sloten is dan wel het kleinste stadje van de tocht, maar ongetwijfeld ook het charmantste. In Friesland danken steden hun titel dan ook niet aan hun formaat maar aan hun historische betekenis. Net als IJlst lag Sloten op een kruising van vaarwegen. Routes vanaf de Zuiderzee liepen langs de stad, maar ook vaarroutes naar allerlei Hanzesteden aan de IJssel.

Het stadje was daardoor van strategisch belang. Het is hier lyts mar leaf, dat is Fries voor ‘klein maar fijn’. Pittoreske huisjes, allemaal even netjes, hobbelige steegjes, bruggetjes en de bootjes in het water… Een vrouw voert een troep eenden, een man zit op een bankje en schilt fruit. Het lijkt wel een schilderij. Bij de schattige bakkerij ’t Kruimeltje halen we onze laatste stempel en lekkere koek voor de terugweg. Oant Sjen!

Elfstedentocht… voor het goede doel!

De camper-Elfstedentocht is een initiatief van 5 camperplaatsen/campings. Fijn om te weten: de deelnemende camperplaatsen staan ook een deel van de bijdrage af aan de Maarten van der Weijden Foundation.

Wie is Maarten van der Weijden?

De voormalig olympisch kampioen en wereldkampioen openwaterzwemmen legde in 2019 als eerste persoon ooit de 196 km lange Elfstedentocht zwemmend af in 75 uur. Nadat hij in 2001 de diagnose acute lymfatische leukemie kreeg, richtte hij de Maarten van der Weijden Foundation op. Met deze stichting hoopt hij het leven van kankerpatiënten te verbeteren. Het geld dat de stichting ophaalt, wordt gebruikt wetenschappelijk kankeronderzoek en aan kanker gerelateerde projecten, zodat mensen met kanker de juiste behandeling krijgen.In Burdaard aan de jachthaven vind je het Maarten van der Weijden kunstwerk, op de plaats waar hij in 2018 zijn eerste Elfsteden-zwemtocht moest opgeven.

Camperplaats Leeuwarden
Vanaf de camperplaats met ruime plaatsen fiets je in een kwartiertje naar het centrum. Bij het inchecken krijg je een sleutel met daarop verschillende kortingscodes voor activiteiten in de stad en voor gratis verse broodjes van de nabijgelegen Jumbo.

camperplaatsleeuwarden.nl 

Camping en jachthaven de Domp
Camperplaats op amper 500 meter van het centrum van Sneek met uitzicht op het water en de bootjes. Elke verharde plaats heeft een 16A stroompaal, water en afvoer. Restaurant met een terras aan het water.

dedomp.nl

Marina Stavoren Buitenhaven
Unieke locatie met uitzicht over het IJsselmeer, op 500 meter van het centrum. Speelweide, strand, croissanterie en een overdekt zwembad.

marinastavoren.nl

Camping Sudersé Workum
Centraal tussen het oude centrum en het IJsselmeer. Goede sanitaire voorzieningen, wifi, broodjesservice, verse eieren van eigen kippen, seizoensgroente en bloemen van eigen land.

suderse.nl

Camping De Zeehoeve
Op 1 km van het centrum van Harlingen en vlak bij de Waddenzee. Gloednieuwe verharde camperplaatsen. 3 speeltuinen, verwarmd sanitair en restaurant.

zeehoeve.nl

Jouw eigen versie van de Elfstedentocht met de camper? Alle handige en relevante info vind je in de online reiswijzer op pasar.be

Gepubliceerd op dinsdag, januari 16, 2024 door Kelly Mortelmans

Delen