Bivakkeren in de Vlaams-Brabantse Bossen

Een zelfgebouwd hutje in het bos, met niks dan natuur en stilte om je heen, ik droom er al van sinds ik jaren geleden Walden van de Amerikaanse schrijver-filosoof Henry David Thoreau las. In Vlaams-Brabant creëren ze met hun eigen project Walden ook een groene long. In het uitgestrekte Meerdaalwoud zet je gratis je tentje op. Met ons hele gezin trekken we per fiets naar bivakzone ‘Het Spoor’, waar je slaapt met je hoofd in Wallonië en de voeten in Vlaanderen.

Bivakkeren doe je te voet, per fiets of te paard. Wij stippelen onze route uit via verschillende fietsknooppunten. Al moet ik eerlijkheidshalve toegeven dat we een beetje vals spelen, want zestig kilometer trappen op een warme zomermiddag, is voor onze ongetrainde benen en billen net iets te veel van het goede.

Het eerste stuk nemen we de trein, wat óók een avontuur blijkt. De combinatie van zwaar geladen fietsen met een station en treinwagons die niet op fietsers voorzien zijn, is op z’n zachtst gezegd een uitdaging. Leuven, een van de steden die deelnemen aan het Walden-project, is dan weer wel een leuke verrassing. We worden beloond met een lange fietsstraat en rollen gezapig door het rustgevende Arenbergpark en voorbij het statige Arenbergkasteel.

GROENE LONG

Langs Oud-Heverlee vinden we naadloos aansluiting met het Heverleebos en het Meerdaalwoud. De hele rit voelt als een tocht door een gigantisch natuurgebied: gezellige parken, uitgestrekte groene lanen, verkoelende vijvers, de meanderende Dijle en verder overal bos, bos, bos. Het Meerdaalwoud en Heverleebos vormen samen dan ook een uniek tweelingbos van meer dan 2.000 hectare gemengd loofbos. Dat het domein zo goed bewaard is, hebben we te danken aan de familie Arenberg. Zij kregen het gebied in hun bezit als een onderdeel van het hertogdom Aarschot en aangezien hun focus lag op de houtopbrengst en ze fervente jagers waren, beheerden ze het uitstekend. Zo vaardigden ze een bosreglement uit, pasten de boomsoorten aan hun standplaats aan, legden een netwerk van rechtlijnige dreven aan om de houtexploitatie te vergemakkelijken en breidden het bos waar mogelijk uit. Vanwege hun Duitse afkomst werden de Arenbergs na de Eerste Wereldoorlog onteigend en de Belgische staat werd eigenaar van het Meerdaalwoud.

DROMEN ONDER BOMEN

In de uitgestrekte dreven komen we amper een levende ziel tegen, misschien omdat stilaan de avond valt? We lassen een tussenstop in op de noordelijke bivakzone ‘De Steenberg’, maar met drie tentjes rondom de waterpomp is het hier al ‘volzet én we hebben een reservering voor de zuidelijke bivakzone ‘Het Spoor’. We verheugen ons erop om in alle rust een kampvuur te maken, te koken en naar de sterren te kijken. Wie weet spotten we wel een ree? De reeënpopulatie zou een van de oudste van het land zijn. Bij aankomst is de teleurstelling groot: een grote vriendengroep met kleine kinderen heeft de rustige bivakzone omgetoverd tot luidruchtige camping. We proberen hen te wijzen op de regels van het bivakkeren, maar onze bezwaren vallen in dovemansoren.

Dan maar proberen er het beste van te maken. Onze kinderen verzamelen takjes en houtsnippers voor de compacte BioLite Campstove-brander waarmee je niet alleen kookt op kleine hoeveelheden hout, maar ook nog eens elektriciteit opwekt. We zouden dus onze gsm’s kunnen opladen, ware het niet dat we de USB-kabel zijn vergeten. Een ramp voor onze digitale tieners, al heeft die back to basics ook zo z’n voordelen. Er is geen waterpomp op deze bivakzone, dus afwassen zit er niet in. Bordjes, kopjes en de pan worden provisorisch schoongeveegd en de papiertjes gaan mee het kampvuur in. Dat knettert sfeervol terwijl de ene na de andere vallende ster de met sterren bezaaide hemel verlicht. Meer hebben we niet nodig. Vanuit ons doorzichtige tentje soezen we weg bij dit prachtige schouwspel.

 

Leeuwenstempel

Het zonlicht valt al vroeg door het tentgaas en ook de vogels hier aan de bosrand zijn al druk in de weer. Ik ben de enige die goed geslapen heeft, zoals meestal in een tent, en na mijn ochtendkoffie - gepimpt met een laagje tomatensaus uit de kookpot - probeer ik de rest op de been te krijgen met een stevig ontbijt. Het is nodig, want voor we de terugtocht aanvatten, trekken we onze stapschoenen aan. We mogen mee op pad met natuurgids Jan, voorzitter van ‘Vrienden van het Heverleebos en het Meerdaalwoud vzw’ en begenadigd verteller. Behoedzaam volgen we Jan door het bos, terwijl hij honderduit vertelt en ons wijst op allerlei kleine dingetjes die anders aan ons voorbij zouden gaan.

We ontdekken - of beter gezegd: Jan ontdekt en wij kijken - sporen van reeën en everzwijnen, smakeloze schijnaardbeitjes met gele in plaats van witte bloemetjes, mestkevers die anders onder onze schoenzolen zouden verdwijnen maar die op Jans hand een prachtige iriserende blauwe kleur blijken te hebben, een leeuwenstempeltje om aan te geven welke bomen moeten omgehakt worden en welke niet. Er is zoveel te zien en te leren! De kleine groene bolletjes op de beukenbladeren blijken niet een of andere gekke ziekte te zijn, maar gallen, woekerende groei van het blad rondom de eitjes van de beukengalmug. De gal biedt bescherming en voedsel aan de larven die, in de gal, uit het eitje komen. We geven onze ogen de kost en luisteren geboeid naar alle weetjes die Jan uit zijn mouw tovert terwijl we dwalen langs de schat aan kleine bospaden.

grote konijnenpijp

Als natuurgids en voorzitter van de vzw is Jan ook betrokken bij de vorming van het Nationaal Park Brabantse Wouden. Tijdens onze wandeling wijst hij ons op ingrepen die op termijn één groot natuurgebied zullen creëren. Zo zijn de afrasteringen van het militair domein, dat het bos in tweeën sneed, weggehaald, zodat dieren terug het gebied kunnen oversteken. Op bepaalde plekken werd de weg ruwer gemaakt, om automobilisten te waarschuwen dat ze een plek naderen waar vaak wild de weg oversteekt, en in een gebied van honderden hectares zijn de boswegen afgesloten voor motorvoertuigen.

Het eerste ecoduct van Vlaanderen, ‘De Warande’, werd in 2020 aangevuld met de gloednieuwe ‘Grote Konijnenpijp’. Deze bruggen zijn speciaal gebouwd voor dieren zodat ze het hele bos kunnen gebruiken, zonder daarbij zichzelf of automobilisten in gevaar te brengen. Reeën, vossen, steenmarters maar ook everzwijn en bunzing maken gretig gebruik van de ecoducten, en ook kleine zoogdieren, reptielen en amfibieën beschouwen de bruggen als een natuurlijke leefomgeving. ‘Ruiters zijn er welkom, maar wandelaars niet omdat geuren van mensen en honden de overstekende dieren zouden kunnen afschrikken.’

Langs holle wegen

Af en toe duikt Jan met ons de geschiedenis van het woud in. In de Latijnse kronieken was er al sprake van Silva Carbonaria, een oerbos dat zich uitstrekte in Gallië vanaf Brabant tot Picardië en het middendeel van België bedekte. Julius Caesar doopte dit ‘ondoordringbare woud’ in zijn oorlogsdagboek ‘Kolenwoud’, verwijzend naar de winning van houtskool voor het smelten van ijzerhoudende zandsteen. Ook het huidige Zoniënwoud, Hallerbos en Heverleebos zijn restanten van dat oerbos.

Eigenlijk is het nieuwe Nationaal Park Brabantse Wouden dus helemaal niet zo nieuw. Ook de holle wegen zijn een restant uit lang vervlogen tijden, vertelt Jan. ‘Kijk daar maar! Die weg ligt veel dieper dan het terrein aan weerszijden ervan. Ze zijn ontstaan door eeuwenlang gebruik van hetzelfde pad, het bovenste laagje aarde wordt keer op keer losgewoeld en weggespoeld door het regenwater. Als het verschil tussen het maaiveld en wegdek zo groot is dat een normaal landbouwvoertuig er niet kan oprijden, spreekt men van een holle weg. Sommige holle wegen zijn wel tien meter diep.

Als de bermen bebost zijn, heerst er een microklimaat met weinig wind en veel schaduw, een paradijs voor interessante planten en dieren. Vaak zijn het de laatste plekjes in een omgeving waar een soort nog voorkomt. Daarnaast zijn het veilige verbindingswegen voor de bosbewoners tussen bepaalde leef- en foerageergebieden, een belangrijke schakel dus in het verbinden van onze bossen.’

Aan de bivakzone nemen we weer afscheid van Jan. Al beloven we opnieuw contact met hem op te nemen voor een bezoekje aan natuurreservaat Doode Bemde. Bij toeval fietsen we langs onthaalpoort De Torenvalk, de perfecte picknickplek waar we onze rest boterhammen nog opeten. De observatietoren is een leuke speel- en leerplek, zelfs voor onze uit de kluiten gewassen pubers. Wij genieten van de rust en het uitzicht. ‘Is dat daar een reusachtige kikker? Ja hoor, en daar een torenvalk!’ Het blijken enorme houtsculpturen, gemaakt uit afgestorven boomstammen.

Terug op de begane grond ontdekken we in de speeltuin nog een stel prachtige, houten hagedissen én de kunstenaar Ad Wouters in levende lijve. Het blijkt een charmante man te zijn, dol op kinderen en hij demonstreert graag hoe hij te werk gaat. Onze creatieve vijftienjarige mag zelfs even meewerken aan het nieuwste kunstwerk. Herken jij welk dier het wordt? ‘Vergeet zeker het Pad van Ad een volgende keer niet te volgen!’ roept Ad ons vrolijk na. Maar die vijfentwintig kilometer zijn voor een volgende keer, als onze benen terug wat gerecupereerd zijn.

Paalkamperen

Zomaar eender waar je tentje opzetten in de natuur mag niet. Gelukkig zijn er bivakzones in de mooiste natuurgebieden.

  • Een bivakzone is een erkende plek in de natuur waar je kort, zonder luxe en discreet mag overnachten in je eigen tent, bestemd voor wie te voet, te paard of met de fiets onderweg is.
  • Soms zijn er comfortvoorzieningen, zoals een waterpunt, schuilplek of vuurkring, maar de focus ligt op stilte en soberheid. Belangrijk is dat je er verblijft volgens het leave no trace-principe, je neemt dus ook al je afval mee en je verstoort de natuurlijke omgeving niet.
  • Wat is een bivakzone niet? Een gratis camping die je per auto kan bereiken. Je kan er ook niet terecht in groep. Op een bivakzone draag je zelf verantwoordelijkheid. Zoals jij de bivakzone achterlaat, zo wordt ze ook aangeboden aan de kampeerder die na jou komt.
  • Om de rust te kunnen garanderen en de verstoring van de natuurlijke omgeving te beperken zijn er slechts drie tenten en tien personen toegelaten per nacht.

www.bivakzone.be. Reserveer een bivakzone via www.natuurenbos.be/kamperen

Gepubliceerd op vrijdag, oktober 29, 2021 door Kelly Mortelmans

Delen