Veilig kamperen met de tent

Veilig kamperen met een tent heeft veel van doen met het ‘voorkomen van brand’. Een tentzeil kan een gemakkelijk brandbaar materiaal zijn, zeker deze gemaakt in polyamide (nylon), acryl, polyvinylahol (PVA) of polyester; katoen daarentegen is een meer brandbestendig materiaal. Soms zijn de tentdoeken daarom behandeld met een brandvertragende coating. Desnoods breng je zelf zo’n brandvertragende laag aan.

Brand in je tent voorkomen doe je o.a. door binnen geen kaarsen te gebruiken en door te koken op een toestel dat stevig staat, ver weg van het tentzeil en liefst in de voortent of buiten, niet in de binnentent. Aan te bevelen zijn kooktoestellen met een spatscherm tussen toestel en tentwand. Analoog voor verlichting met gaslampen of lampen met benzine of petroleum als brandstof: hang ze niet dicht bij het tentdoek.

Hou in je tent een brandblusser bij de hand. Spuitbussen met drijfgas bewaar je best niet in een afgesloten tent op zonnige dagen: de binnentemperatuur kan namelijk hoog oplopen. Gebruik je een elektrische kabel op de camping, rol die steeds volledig af om warmteontwikkeling te voorkomen.

Nog een tip bij onweer: blijf bij voorkeur niet in de tent, maar ga naar de kantine of de receptie of een ander gebouw in steen. Of stap in je auto, ook daar ben je veilig (een zgn kooi van Faraday). Lukt dit niet, maak je zo klein mogelijk (hurk) in het midden van de tent, liefst op een droge mat en zo ver mogelijk bij de tentstokken vandaan.