Rudi Vranckx trok in een camper door Europa

Op zoek naar de impact van Covid-19 op ons leven trok VRT-journalist Rudi Vranckx voor de tv-reeks Een zomer als geen andere een maand lang per camper door Europa. Een première voor de wereldreiziger. ‘Zeer comfortabel als je gewend bent ergens aan het front op de grond te slapen. Maar ik zal niet snel met een camper door het Midden-Oosten trekken.’

In Een zomer als geen andere reist Rudi Vranckx van Schengen naar een Frans oorlogskerkhof, naar de groene stad Freiburg en het concentratiekamp Dachau, via Oostenrijk naar Italië, waar corona hard toesloeg

Waarom een reportagereeks per camper? 

‘Niet alleen bleek deze mobiele bubbel de veiligste manier van reizen als vliegen en verblijven in hotels moeilijk zijn, een camper is ook handig om overal makkelijk te raken. Die bewegingsvrijheid is geweldig. Akkoord, je kan niet zomaar in het centrum van Milaan komen, maar daarom hadden we ook een gewone auto bij ons. En een tweede camper, want we sleuren heel wat opnamemateriaal mee. We vormden met onze vaste ploeg van vijf een klein karavaantje. Ik deelde mijn camper met eindredacteur Jeroen, een aangename mens – belangrijk als je een maand samen reist. Bovendien kon ik, terwijl hij reed, achterin zitten schrijven. Ik werk graag meteen mijn ervaringen van de dag uit.’  

Had je al eerder gecamperd? 

‘Nooit. Mijn ouders hadden een stacaravan in de Ardennen, dat is het dichtst dat ik ooit bij camperen ben geweest. Toch had ik al een tijdje bewondering voor die manier van reizen: hoe zou het zijn om op eigen kracht zomaar naar bijvoorbeeld Kathmandu te reizen? Helaas, vandaag is het niet meer mogelijk om ongehinderd het Midden-Oosten of Azië te doorkruisen. De wereld is de laatste decennia heel wat ontoegankelijker geworden. Uitgezonderd in Europa, waar de grenzen opengingen.’ 

Tot corona ze sloot. Vreemd toch hoe nationalistisch zo’n pandemie ons maakt. 

‘Ik begrijp het wel. Al bij de pest sloten middeleeuwse steden hun stadspoorten om de ziekte te isoleren. Maar inderdaad, een virus bestrijd je doelgericht, niet binnen nationale grenzen. Als er een uitbraak is in Antwerpen, moet je toch de grens met Frankrijk niet sluiten? Europa wil dat we Europese burgers zijn? Wel, behandel ons dan ook zo.’ 

Hoe beviel het camperen? 

‘De reis was intens – het waren lange werkdagen – maar ook heel verfrissend. Ik heb heerlijk geslapen, behalve één keer toen de camper niet waterpas stond. Een camper is niet zo luxueus als een hotelkamer, maar toch verrassend ruim en comfortabel. De enige extra luxe die ik me veroorloofde was een kleine espressomachine. Ik had me laten vertellen dat daar de stoppen niet van zouden springen, in tegenstelling tot een waterkoker. Dat was mijn enige technische bijdrage aan de reis (lacht). Ik kan me inbeelden dat camperen soms een heel gedoe is, maar ik omring me met mensen die daar goed in zijn. O ja, ik heb ook regelmatig onze camper uitgeborsteld. Verder heb ik me gedragen zoals ik altijd doe op hotel: ik pak mijn valies nooit uit, hoewel dat in een camper perfect zou kunnen. We zijn ook altijd op een camping gaan staan, omdat we veel stroom nodig hadden voor de apparatuur en verzending.’ 

Hoe bevielen de campers? 

‘Het waren geen nieuwe modellen meer. Naar verluidt waren ze al eerder gebruikt voor andere tv-programma’s. Tja, er waren afgelopen zomer nauwelijks nog campers te krijgen, dus werden het deze. Voor ons was het meer dan een groot vervoermiddel, we hebben er echt een maand lang in gekampeerd. Maar ik kon tot mijn verbazing vaststellen dat ze heel vlot rijden, zonder moeite 120 km/u op de snelweg.’  

Zou je na deze ervaring al eens gaan camperen? 

‘Als vrijetijdsbesteding? Waarom niet. En ik niet alleen: omdat ik nu met een camper gereisd heb, valt het me overal op hoeveel campers er onderweg zijn! Acht jaar geleden kwam het voor het eerst bij me op dat ik dat weleens wilde doen. In IJsland zag ik hoe campers ideaal zijn om door dat land te reizen. Dat wil ik ooit nog wel doen. Onlangs besloot mijn neef een camper kopen. Aha, dacht ik. Jammer genoeg is hij vrachtwagenchauffeur en koos hij voor zo’n groot model. Die kan ik dus niet lenen (lacht).’ 

‘Ik ben heel content dat ik deze camperreis heb kunnen maken. Ze was belangrijk voor mijn geestelijk evenwicht dit jaar, want veel reizen zit er niet in. Ik wilde dit jaar rondreizen naar aanleiding van 10 jaar Arabische lente, maar om dat programma te maken dwingt corona ons creatief te zijn.’  

In Venetië zag je ook de impact op het toerisme? 

‘Zo schizofreen! Eerst klagen de Venetianen dat hun stad onleefbaar is geworden door het overtoerisme, daarna dat de toeristen wegblijven. Maar aan massatoerisme hebben ze niets, want die toeristen verteren er niets. Liever zien ze slow tourism: de toerist die op duurzame wijze langere tijd blijft en meeleeft met de bewoners. De campertoerist leunt daar dicht bij aan. Als die het ergens fijn vindt, blijft hij er zolang hij wil en spendeert hij lokaal. Is dat de toekomst van het toerisme? Ik weet het niet. Het campertoerisme is duidelijk wel een piste die groeit: slow, lokaal, duurzaam, met je bubbel op weg. Net zoals een huisje op de buiten huren, maar dan de mobiele variant ervan.’ 

Denk je dat corona de wereld weer wat groter heeft gemaakt? 

‘Alles is weer een beetje verder weg, ja, maar tegelijk zijn we in een meer regionale wereld terechtkomen: we verleggen onze actieradius naar onze omgeving. Willen we voortaan nog wel naar Bali of Peru? Corona betekent niet het einde van de globalisering, maar we vallen iets meer terug op onszelf.’ 

‘Ik word niet vrolijk van het idee dat de wereld zich weer wat afsluit. Ik heb het gevoel opgesloten te zitten, maar heb geleerd dat het hier ook prettig kan zijn. Het is wel belangrijk om je blik op de wereld open te houden.’ 

De reeks Een zomer als geen andere is te bekijken op vrt.nu en het gelijknamige boek is verschenen bij Horizon. 

Gepubliceerd op dinsdag, januari 12, 2021 door Koen Driessens

Delen