Familietrip langs meanderende Semois

Als je soep kookt, mag je de bouillon niet vergeten. Als je een korte winterse familietrip plant, mag je Bouillon niet vergeten. Bonus: aan de Semois vind je nog meer mooie plekken.

Onze bestemming is de gemeente Vresse-sur-Semois, die twaalf dorpen en slechts 3.000 inwoners telt. Zo’n 92 procent van het grondgebied bestaat uit onbebouwde grond. Rust en ruimte alom dus, in deze Ardeense uithoek van ons land. Zeker in de winter.

De eerste halte is deelgemeente Laforêt, een van de Mooiste Dorpen van Wallonië met één hoofdweg, enkele kleine zijstraten en huizen in de typische grijze Ardeense steen. Het waait fel, maar het is gestopt met regenen. La Balade des Légendes, een korte, kindvriendelijke wandeling van zo’n 3 km, leidt ons door de bosrijke omgeving van Lafôret. Regelmatig duiken fantasiefiguren op langs het wandelpad – kabouters, trollen, vleermuizen, draken, feeën – met een verhaal over hun rol in mythen over de wouden. Eenmaal in het dorp begint het opnieuw te regenen. Net op tijd duiken we onze camper in en zoeken we onze eerste camperplaats. Als ik de hond ’s avonds nog uitlaat, is de Ardeense stilte innemend onder de grootse sterrenhemel.

Als een ridder in Bouillon

De volgende ochtend blijkt dat de regen rivieren en beken uit hun oevers heeft doen treden en onderweg naar Bouillon – door prachtige bossen – moeten we verschillende omwegen nemen omdat dorpscentra afgesloten zijn.

Al snel duiken de indrukwekkende vestingmuren van het kasteel van Bouillon op. Hoog boven de stad domineert het de omgeving. De burcht dateert uit de 10de eeuw en is verbonden met de figuur van Godfried van Bouillon, de leider van de eerste kruistocht. Gids Felizitas Schotte wacht ons op aan de ingang. Ze draagt een traditioneel middeleeuws gewaad. Ook onze zoon Aiko mag zich ridder wanen als hij een rode cape om de schouders krijgt. We wandelen de burcht binnen over de ophaalbrug. ‘De middeleeuwen kenden barre tijden’, vertelt Felizitas. ‘Veel vuil, geen hygiëne, veel ziekten. Alles kwam in het grondwater terecht, wat grote epidemieën veroorzaakte.’

In de grote zaal staan poppen en voorwerpen die herinneren aan de eerste kruistocht. ‘Zo’n 600.000 mannen trokken op pad: ridders, monniken, vrouwen, kinderen, dokters.’ We kijken vol bewondering naar de maliënkolders en harnassen. En ook naar de zwaarden. We beklimmen de Oostenrijkse toren en de Horlogetoren – een geschenk van Napoleon – vanwaar we een schitterend zicht hebben op Bouillon. De stad is slechts 5.500 inwoners groot en de kolkende – le bouillonnement – Semois kronkelt zich in de hevige wind wild rond de burcht. De verhalen over de gevechten op lagergelegen kantelen met de schietgaten en kanonnen boeien, zeker bij ‘rode ridder’ Aiko.

De roofvogelshow op het binnenplein verdrinkt in de regen, dus bezoeken we de folterkamer als welkom alternatief. ‘Pijnigen, maar vooral ook bang maken om getuigenissen te ontlokken’, vertelt Felizitas over de toenmalige praktijken. De rondleiding eindigt in het museum van manuscripten en de boekdrukkunst, waarvoor Bouillon bekend staat.

Bier proeven

Renée – de jongste van het gezelschap – snakt naar haar flesje warme melk en Aiko wil stilaan vertrekken op zijn eigen kruistocht naar het Beloofde Land. Felizitas begeleidt ons op een korte wandeling door het centrum, langs het bij Vlamingen populaire Hotel de la Poste – waar Napoleon III ooit nog logeerde – en over de brug over de Semois. ‘Ik woon hier nu dertig jaar. We kochten een oude boerderij en verbleven hier tijdens de weekends en de vakantie. Ik wou ruimte voor de kinderen en voor mezelf. Stilaan zijn we hier gebleven en hebben ons hier gevestigd. Het is hier een andere mentaliteit, mensen komen niet veel buiten en daar moet je ook aan wennen’, vertelt ze. We wippen even binnen in de statige Sint-Petrus-en-Pauluskerk, waar we meeluisteren op de zitbanken.

Na een regionale lunch in La Vieille Ardenne zakken we met de bierliefhebbers af naar de Brasserie de Bouillon. Geen traditionele brouwerij, eerder een uit de hand gelopen hobby van verantwoordelijke Jacques, die met zijn vrouw Nathalie in het centrum een kruidenierswinkel uitbaat. Sinds 2007 is de brouwerij gehuisvest aan de Grand-Rue. ‘Je kan hier degusteren en iets eten’, vertelt Jacques. Hij toont zijn ketelzaal, legt het productieproces uit en haalt zijn ambachtelijke parels van stal: Noirefontaine, La Médiéval, Saison des Chasses, Cuvée de Bouillon. Bieren worden ook op aanvraag gebrouwen: blond, amber en bruin. Na een korte proeverij begint het buiten te schemeren en zakken we af naar onze camperplaats.

Kangoeroes en struisvogels

De volgende ochtend is de hemel wat opgeklaard. Na het ontbijt rijden naar Rochehaut, een deelgemeente van Bouillon. Het dorp lijkt een groot toeristisch project, gerund door het echtpaar Michel Boureux, chef-kok en onder meer auteur van een kookboek met aardappelen in de hoofdrol, en Patricia Barthélemy. Hotel-restaurant Auberge de la Ferme is ontzettend beroemd in de streek.

‘De ouders van Michel begonnen ooit met enkele kamers’, zegt Patricia. ‘In 1993 trouwden we en werkten we het project verder uit. In 2001 werd de taverne geopend, in 2004 het dierenpark en in 2008 het landbouwmuseum. We breiden uit en verbeteren om van Rochehaut en omgeving een stevige toeristische trekpleister te maken.’

Zoals de La Boutique Ardennaise, met een arsenaal aan streekproducten zoals honing, confituren, vleeswaren en bieren. Of het uithangbord: dierenpark Entre Ferme et Forêt, waar je met een toeristisch treintje doorheen tuft. De diversiteit aan dieren is groot: witte herten, bizons, struisvogels, lama’s, kangoeroes, steenbokken, antilopen… Onderweg hoor je uitleg in het Nederlands en het Frans. Ook over de geschiedenis: over de leisteengroeven, de ijzersmelterijen en de tabakskweek in de 19de eeuw. Op de terugweg passeren we langs l’Agri-Musée, waar je meer te weten komt over de landbouw en de landbouwmachines uit het verleden.

Ik wandel nog even de weg op voorbij de Auberge de la Ferme en beland honderd meter verder op een schitterend uitzichtpunt op de meanderende en uit zijn voegen barstende Semois, die hier een wijde bocht maakt. Ik voel aan de dreigende regenwolken dat het hoog tijd is om naar huis te keren.  

www.ardenne-namuroise.be
www.bouillon-tourisme.be

Gepubliceerd op woensdag, juli 6, 2022 door Gunther Ritsmans

Delen