Explosieve excursie

Duitsland, dat is toch dat land van schnitzels, schlagers en schnaps? Inderdaad, maar er is meer. Wij vulden een camper met tieners en snorden naar de Vulkaaneifel om er de ondoorgrondelijke wegen der Vulkanstraße te verkennen. Schpoiler alert: dat was wirklich ganz toll.

Dag 1: Ondergedompeld in vulkanen

Route: Niederzissen - Bausenberg - Dachsbusch - Mendig - Laacher See

We hebben nog maar net onze huurcamper opgehaald als de tieners signaleren dat ze honger hebben. Dat verklaart dan ook waarom we onze trip naar de Duitse Eifel beginnen met… een picknick in het Kempense struikgewas. Toch een gemak, zo’n camper gevuld met alles wat een mens nodig heeft voor een onvoorzien déjeuner sur lherbe (zelfs met elegant tafelkleedje). Iets later dan gepland zetten we koers naar de Laacher See.

Dat om en bij de 13.000 jaar oude kratermeer in Rheinland-Pfaltz (Rijnland-Palts) wordt het startpunt voor onze roadtrip door de Vulkaaneifel, het zuidoostelijke deel van de Eifel, waar het onder het aardoppervlak nog steeds smeult en borrelt. Ook boven het aardoppervlak verwachten we trouwens een en ander te ontdekken in deze geologisch intrigerende streek, de jongste vulkaanregio van Europa. De 280 km lange, perfect bewegwijzerde – we zijn tenslotte in Duitsland – Vulkanstraße zal ons door de hoogtepunten van het gebied leiden, al borrelt het hier vooral in de donkere diepte, zoals we zullen merken.

Dwergberg

Onze eerste halte is het infocentrum Brohltal-Laacher See in Niederzissen, om een voorraadje kaarten en brochures in te slaan. Het gaat er vriendelijk en efficiënt aan toe: op een wip en een knip zijn we voorzien van alle info die we nodig hebben om de streek per camper uit te kammen. Door slapende gehuchtjes met vakwerkhuizen en rurale taferelen trekken we verder richting Laacher See. Wat opvalt: de in zwarte basalt opgetrokken kerkjes. Korte keten, heet zoiets. Het landschap zelf is verrassend groen en zacht heuvelend.

Onderweg bewonderen we onze eerste vulkaan van de dag: de Bausenberg. De uitbarsting van deze volledig met groen bedekte dwergberg duurde naar verluidt een paar weken en resulteerde in een sintelkegel. De kokende lava stroomde er noordwaarts uit, wat de Bausenberg zijn hoefijzervormige hoofd gaf. In en rond de als natuurgebied beschermde krater zijn honderden planten- en diersoorten te vinden, die prima gedijen in deze vruchtbare omgeving. Vulkaanuitbarstingen zijn goed voor de biodiversiteit, op langere termijn dan toch.

Vulkaanbier

In de buurt van Glees passeren we Dachsbusch, waar de vulkanische steen lijkt weggegeten door een plaatselijk monster. De gekleurde lagen – van zalmkleurig tot roestbruin en dieppaars – geven niet alleen de geheimen van het vulkanische verleden prijs, maar vertellen ook iets over de verandering van het klimaat. De ijstijd van zo’n 150.000 jaar geleden is af te lezen aan het vulkanisch materiaal, tenminste voor geologen. Sinds de Dachsbusch beschermd werd als natuurgebied mag hier gelukkig geen ontginning meer plaatsvinden.

We besluiten de Laacher See nog even links te laten liggen en naar Mendig te rijden voor de Lavadome, waar je in beeld en woord wordt ondergedompeld in de wereld van vulkaanuitbarstingen. Om ons evenwicht te hervinden, nemen we een kijkje in de vlakbij gelegen Vulkan Brauerei. Het plaatselijk gebrouwen bier kan ter plaatse in het Brauhaus gedronken worden, of meegenomen voor thuis, om nog eens dat vlammende vulkaangevoel te krijgen.

De zon schijnt als we voor de bareel van camping Laacher See staan, aan de noordelijke oever van het meer. De zomervakantie is nog niet begonnen in Duitsland, dus er is volop plaats. We installeren ons met zicht op het felblauwe en naar verluidt ijskoude meer.

Halte voor de nacht

Camping Laacher See, Am Laacher See L 113, 56653 Wassenach (Maria Laach), www.camping-laacher-see.com

Troeven? Er is een speeltuin, brandschoon sanitair, een restaurant-café en natuurlijk de fantastische ligging pal aan het meer, waardoor zwemmen hier een must is.

Dag 2: Zwemmen in/drinken van vulkanen

Route: Laacher See - Nickenich - Andernach - Strotzbüsch - Pulvermaar

Kamperen aan een meer? Daar komt natuurlijk zwemmen van. Het meer is inderdaad iglo-koud, stellen we proefondervindelijk vast. We verwonderen ons over het kristalheldere water, dat zo transparant is dat we de planten op de bodem kunnen zien. Die bodem is pikzwart. ‘Ein Stein!’ grapt Felix, wanneer Mirtha en Lucy er dicht bij de oever eentje opduiken, om zo’n vulkaansteen eens van dichtbij te kunnen bekijken. Verderop in het meer verlies je snel grond onder de voeten: het diepste punt is maar liefst 53 meter. Laacher See is dan ook de grootste en enige met water gevulde caldera van Midden-Europa.

Een caldera? Die ontstaat wanneer bij een vulkaanuitbarsting het dak van een magmakamer geblazen wordt en vervolgens instort. Nadat de lava is afgekoeld, vult de diepliggende caldera zich met water en evolueert zo tot een meer. Dat deze vulkaan niet zo heel diep slaapt, is trouwens te merken aan de oostelijke oever van het meer. Daar borrelt en bruist het door zogenaamde mofetten: gasbellen van koolstofdioxide die aan de oppervlakte komen. Vulkanisch spuitwater, dus (al staat het water van het meer bekend om zijn bittere smaak).

Sprookjesabdij

De Laacher See en omgeving werden in 1935 beschermd als natuurgebied. Daaraan hebben we dan ook het ongerepte uitzicht op en rond het meer te danken. Louter bossen en lucht, wat een zwempartijtje hier een haast Scandinavische allure geeft. En dat allemaal op slechts 260 km van België.

Tijdens het zwemmen in het meer hadden we het geheimzinnige bouwwerk al zien staan. Was het een kasteel? Een sprookjespaleis? Het blijkt de benedictijnerabdij van Maria Laach te zijn, daar aan de westelijke oever van het meer, half verscholen tussen de bomen. Een puik voorbeeld van het adagio ‘elk nadeel heeft z’n voordeel’. Of ook: ‘van de nood een deugd maken’. Want wat gebeurde er toen de vulkaan 13.000 jaar geleden zijn as spuwde? Die as bedolf de hele omgeving onder een metersdikke laag, die vervolgens hard werd en een materiaal vormde dat tufsteen wordt genoemd. De abdij van Maria Laach werd dan ook voornamelijk met tufsteen gebouwd, aangevuld met prachtig zwart basalt uit het naburige Mendig.

Met spijt verlaten we de heerlijke camping. We passeren de Eppelsberg, bij het gehucht Nickenich. Net als de Bausenberg is dit er eentje met een sintelkegel, die een mooi zicht biedt op zijn gelaagde ingewanden. De vulkaan was zo’n 230.000 jaar geleden actief en houdt zich sindsdien koest. Er wordt nog steeds ontgonnen, dus je kan de gestreepte bergwand best van op een afstandje begluren.

In Andernach parkeren we ons aan de oever van de Rijn en gaan aan boord van de Namedy, waar we op het dek de rivier afturen. We stellen ons voor hoe het zou zijn om in een van de charmante historische huizen aan de overkant te wonen, omgeven door wijnranken (leuk, denken Lucy en Mirtha, vooral omdat je dan met de boot naar huis kan). Maar deze boot brengt ons niet naar de overkant, wel naar de hoogste koudwatergeyser van de wereld.

Explosieve bron

Voor geisers hoef je blijkbaar niet naar IJsland, ook hier in de Vulkaaneifel kunnen ze uitpakken met spectaculaire natuurfenomenen. Na een wandeling door natuurgebied Namedyer Werth, op een schiereiland in de Rijn, bereiken we de plek waar de geiser van Andernach om de twee uur zich laat opmerken door middel van een 60 meter hoge waterstraal.

De spanning wordt vakkundig opgebouwd. Wie niet kletsnat wil worden, moet best wat afstand houden, worden we gewaarschuwd. In de droge zomerhitte is verkoeling welkom, dus wanneer de geiser begint te sputteren, staan wij er met onze neus bovenop. ‘De uitbarsting wordt veroorzaakt door koolstofdioxide die zich diep in de bodem opbouwt en een weg zoekt naar de oppervlakte’, legt een geoloog uit. Hij vertelt dat de Vulkaaneifel bezaaid is met dit soort ‘explosieve’ bronnen, die overal als fonteinen zouden uitbarsten als ze niet bedekt werden. In het geval van Tönissteiner, vertelt hij, wordt de bron uitgebaat. De geiser van Andernach wordt ook uitgebaat, maar op een andere manier: om het publiek te laten zien hoe dit vulkanische fenomeen werkt. Hij laat ons een slokje proeven van het water dat uit de bron spuit. ‘Lekker zout’, vindt Felix.

Nadat de boot ons terug naar Andernach heeft gebracht, duiken we in de donkere krochten van de expo in het bezoekerscentrum van de geiser. Daar verkennen we de gloeiend hete wereld van magma, basalt, puimsteen en lava. De lift brengt ons naar de kelder, waar we worden vergast op een simulatie van een magmakamer, in het hart van de vulkaan, op 4000 meter diepte. Bij buitenkomst voelen we ons (bijna) professionele vulkanologen.

Via het Müllenbachtal zetten we koers naar het gehuchtje Strotzbüsch, waar we van plan zijn om op een natuurcamping te overnachten. Midden in een groen dal, aan een kabbelend riviertje: we zien het helemaal zitten. Helaas blijkt dat romantische idee niet echt haalbaar wanneer we aankomen op het punt waar we met onze camper de afdaling zouden moeten inzetten. Onder ons zien we alleen maar halsbrekende haarspeldbochten, met ongeveer net genoeg plaats voor een fiets. Verandering van plan dan maar. We trekken naar het wondermooie Pulvermaar, waar we een fijn plekje bemachtigen op de, welja, toepasselijk genaamde Pulvermaarcamping.

Halte voor de nacht

Pulvermaarcamping, Am Pulvermaar 1, 54558 Gillenfeld, www.pulvermaarcamping.de

Troeven? De kleinschaligheid, de sympathieke ontvangst en de directe toegang tot het meer, waar je kan zwemmen, waterfietsen en roeien.

Tip: camperplaats am Rhein

Wohnmobilstellplatz Andernach, Uferstraße-Scheidsgasse,  56626 Andernach

Net buiten het dorpscentrum van Andernach kan je aan de Rijn staan, met mooi uitzicht en goede voorzieningen: er is elektriciteit en de mogelijkheid om water en toilet te lozen.

Dag 3: De ogen van de vulkaan

Route: Pulvermaar - Holzmaar - Dürresmaar - Bettenfeld

Mooi hoe je de vulkanische activiteit kan aflezen aan het landschap, met zijn vele kraters en Maaren. Die laatste zijn meren die zich gevormd hebben in de kraters. Ze liggen verspreid over het hele gebied, sommige ter grootte van een plas, andere kilometers breed. Niet voor niets worden de Maaren de ogen van de Eifel genoemd.

Het Pulvermaar-kratermeer is 74 diep en daarmee een van de diepste natuurlijke meren in Duitsland. Niet dat we daar iets van merken wanneer we in het glasheldere water duiken. Maar het blijft wel een straffe gedachte, al die ruimte onder je, waar ooit de lava met veel geraas en gesis uitspoot. Het meer is kogelrond, zodat het er van bovenuit inderdaad een beetje als een oog uitziet. Wie weet houdt deze vulkaan ons allemaal wel nauwlettend in het oog?

Het grootste deel van de dag gaat op aan zwemmen in het Pulvermaar. Voor we verder trekken, spelen we nog een spelletje kubb in het gras en toasten we met het plaatselijke ‘aperitief’: een lekker frisse Tönissteiner citroenlimonade, uit het barretje van de camping. Onze tieners zouden hier graag langer willen blijven, maar hey, de Vulkanstraße wenkt.

Serieuze schnitzel

Langs kleine en grote meren en ongerepte, glooiende heuvels vervolgen we onze weg, ons geregeld verbazend over zoveel schoonheid. Na passages langs het Holzmaar, het Dürresmaar en het Meerfeldermaar komen we terecht in Bettenfeld, waar we de kinderen een heuse schnitzel beloofd hebben. Gasthaus Weiler, een charmebom uit 1843 waar ze ruime porties ‘Eifeler Gemütlichkeit’ serveren bij het al even copieuze avondeten, neemt de opdracht serieus. Het resultaat? Blije, smikkelende kinderen én mama’s. Je kan in dit traditionele Gasthaus trouwens ook logeren.

En dan rest ons niets anders dan met onze camper terug huiswaarts te rijden. Op het gemakje, want ook bij valavond moet de Eifel niet onderdoen voor gelijk welke andere aantrekkelijke streek in Frankrijk of Italië. Als je het ons vraagt? Het Toscane van Duitsland.

De Vulkaaneifel, in de Duitse deelstaat Rijnland-Palts, dankt zijn naam aan de vulkanische activiteit die het gebied kenmerkt. Sporen hiervan in het landschap omvatten kraters, vulkanisch gesteente, koudwatergeisers en Maaren. Die laatste zijn kratermeren, gevormd door vulkaanuitbarstingen.

De vulkanen in de Eifel waren voor het eerst actief tussen 45 en 35 miljoen jaar geleden. Een tweede fase begon ongeveer een miljoen jaar geleden. Als jongste vulkaanregio van Europa ligt de Eifel boven op een zogenaamde hotspot, waardoor de ondergrond er nog steeds onrustig is. De laatste uitbarstingen, die het Ulmener Maar deden ontstaan, dateren van om en bij 10.000 jaar geleden, wat in geologische termen vrij recent is. Tot nu toe werden 350 centra met uitbarstingen geteld, waarvan 270 in de jongere fase.

Wetenschappers nemen aan dat de Vulkaaneifel in de toekomst opnieuw actief zou kunnen worden, aangezien tussen de vorige uitbarstingen ook telkens 10.000 à 20.000 jaar ‘rust’ zat. Experts menen dan ook dat de vulkanen in de Eifel slechts een pauze nemen. Met zijn vulkaankegels, minerale bronnen en kratermeren wordt de regio beschouwd als waardevol natuurgebied en belangrijk voor de biodiversiteit. Het Natuur- en Geopark Vulkaaneifel geniet dan ook de bescherming van Unesco.

Algemene info over de Vulkaanroute:

www.deutsche-vulkanstrasse.com/de  (waar je een brochure kan downloaden met de route)

www.vulkanregion-laacher-see.de

www.geopark-vulkaneifel.de

www.vulkanpark.com

Gepubliceerd op donderdag, februari 11, 2021 door Kristien In-’t-Ven

Delen