Door het dak van Europa

Zwitserland is meer dan een etappe op weg naar Italië. Over bewegwijzerde panoramische wegen kan je het hele land rond. Een groots parcours langs vergezichten, gletsjers, bergtoppen en meren: de Grand Tour of Switzerland. In stijl maak je een roadtrip door de Confœderatio Helvetica van 1600 kilometer, langs 22 meren, over vijf bergpassen. Thomas De Boever genoot gedurende een week van de zuidkant van de Grand Tour, van Lugano tot Montreux.

Dag 1

Lugano, Locarno, Sint-Gotthardpas, Furkapass, Ulrichen

Vanaf Lugano begint ons Zwitserse avontuur. De fleurige stad baadt door de nabijheid van Italië in een zuiderse sfeer, maar omdat we nog twee passen over moeten vandaag, laten we de stad links liggen. Richting Locarno en Bellinzona worden onze camper en onze stuurvaardigheid al meteen getest. Met zicht op het meer verlaten we de stad met een stevige en smalle klim. We zitten meteen op de goede weg: we vinden het eerste pijltje van de Grand Tour heel vlot. De weg volgt grotendeels de A2. Logisch: het dal is er zo smal. Het is vrij druk op de baan. De weg is een bekende alternatieve route voor wie van Italië terug naar het noorden wil.

Locarno aan het Lago Maggiore is onze eerste stop van de dag. Het is de warmste stad van Zwitserland en doet nog meer mediterraans aan dan Lugano. We beperken ons tot een kort bezoekje aan het meer en rijden terug naar Gordola en dan richting Bellinzona. Iets voorbij Bellinzona rijden we westwaarts en nemen we de A2, die we verlaten bij Biasca, aan afrit 44. Ook op dit stukje snelweg staat de Grand Tour aangeduid. De A2 blijft ons volgen, alsof hij jaloers is op onze panoramische route. Soms links van ons, een andere keer rechts. Een paar keer wippen we erover. De rustige, regionale baan voert ons langs kleine dorpjes tot aan de voet van de door velen om zijn files gevreesde Gotthardtunnel. Onze gps weet dat ze er vandaag ook weer staan. Daar lach ik eens mee: wij nemen de pas. Mijn vrouw lacht niet mee. Zij kijkt niet zoals ik uit naar het spectaculaire uitzicht in de haarspeldbochten. Een gigantische boorkop – een restant van de tunnelboring – markeert het begin van 26 kilometer gekronkel en genot. Voor mij althans. De pas leidt ons langs kleine plaatsjes en biedt wonderlijke uitzichten op bergen en watervallen tot op een hoogte van 2106 meter. We delen de weg met motards, oldtimers en zelfs een postkoets.

e oude weg over de pas geeft je ook het gevoel te reizen in de tijd. Sommige stukken zijn nog met kasseien aangelegd. Het is best een smalle baan. We twijfelen zelfs even of we wel juist aan het rijden zijn. Er is echter geen andere weg.

Eenmaal boven is het tijd voor een korte stop. Het is er fris. Toch blijkt de top een favoriete halte voor camperaars. Begrijpelijk: de natuur en de vergezichten zijn hier immers wondermooi. Je vindt hier gemakkelijk een plek voor de nacht, als je het lawaai van de voorbijzoemende motoren wil verdragen. Verschillende stalletjes verkopen pluchen Sint-Bernards en worst, het hotel ziet er wat troosteloos uit en het water van het meertje is ijskoud. Maar daarvoor zijn we niet hier. Wel voor een gevoel van vrijheid, dat geen groter verschil kan zijn dan met de ervaring van een lange, benauwde tunnel.

We zetten onze reis verder, want er wacht ons vandaag een zo mogelijk nog mooiere pas: de Furkapas. De pas is met zijn 2431 meter de grens tussen de kantons Wallis en Uri, maar is ook de Europese waterscheiding tussen de Middellandse Zee en de Noordzee. Moedige fietsers proberen de waterscheiding te bedwingen, hierin bijgestaan door het gepuf van de Matterhorn Gottard Bahn op weg naar Zermatt.

Deze twee passen schotelden ons op onze eerste dag op de Grand Tour al zowat het mooiste van Zwitserland voor. Wie lijdt aan hoogtevrees, kiest misschien toch beter een ander deel van de Grand Tour. Met ravijnen van 200 meter diep houd je het best je handen goed droog aan het stuur.

We laten ons na de pas afzakken tot in Ulrichen, een deelgemeente van Obergoms. Voor onze eerste overnachting in Zwitserland kiezen we de kleine camping Nufenen langs de Rhône, die hier nog niet de grandeur van een grote stroom heeft.

Halte voor de nacht

Camping Nufenen, Obergoms

Een kleine, familiale camping vlak naast de Rhône. Zonder extra’s, maar met een kleine winkel en een kleine bar. Je kan er vuurtjes maken wanneer de baas het toelaat. De prijzen zijn zeer democratisch.

Dag 2

Bettmeralp, Ernen, Fiesch

We ontwaken met het zachte geruis van de Rhône. De rivier blijft ook de volgende dagen aan onze zijde, tot in Montreux, onze eindbestemming. Daar zal het beekje verbreed zijn tot een grote plas die zich het Meer van Genève (of het Lac Leman) laat noemen.

Na de lange rit van gisteren doen we het vandaag rustiger aan. We blijven nog een dagje op deze camping en verkennen een aantal must sees langs de route. Keuze genoeg. Richting Brig slalommen we tussen oude houten chalets naar dorpjes zoals Fiesch, welbekend bij vele Vlamingen dankzij Intersoc.

Bettmeralp kunnen we niet bereiken met de camper. We rijden tot de voet van de Aletsch Arena, waar de kabelbaan ons rechtstreeks naar het autovrije dorp brengt. Behalve de rust en de vredige alpenweides is er nog een goede reden om Bettmeralp te bezoeken: achter de kam ligt de Aletschgletsjer te blinken. Letterlijk. De 27 miljard ton ijs schitteren 24 kilometer lang in de zon. De grootste gletsjer van de Alpen is zo’n 117 vierkante kilometer groot, de oppervlakte van een flinke stad. Je voelt er de koeling van het ijs op je neerslaan. Een plek waar klimaattwijfelaars gerust eens mogen langsgaan: de gletsjer heeft zich al 2,8 km teruggetrokken op 130 jaar tijd.

Na een kleine hap in Berghaus Toni, waar tot onze grote verrassing een Vlaamse eigenares, Britt, ons bedient, dalen we weer de berg af. Maar we zetten onze voeten nog niet op vaste grond: we zweven nog even op 92 meter hoogte op een anderhalve meter brede, 280 meter lange hangbrug, de Goms Bridge. Ze verbindt het dorpje Ernen met Fürgangen, boven onze trouwe metgezel de Rhône. De camper parkeren om de brug over te steken is hier niet gemakkelijk wegens niet veel parkeerplaats. Toch zijn brug en dorp een stop waard.

Dag 3

Ulrichen, Brig, Salgesch

We blijven de Rhône volgen. Het dal wordt breder, het landschap anders. We rijden tussen uitgestrekte wijngaarden. Die verwacht je niet in Zwitserland. Waar we wél op rekenen, vinden we onderweg, in de thermen van Birgerbad: geen trip door Zwitserland zonder een halte in een kuuroord. Daar kan je je laten verwennen met een massage, of gewoon lekker zwemmen: er zijn verschillende zwembaden, met rotsen om van in het water te springen. Er zijn natuurlijk ook sauna’s en stoombaden. Het prachtige uitzicht krijg je er gratis bij. Trek voor zo’n spa gerust drie à vier uur uit. Deze oase van rust en ontspanning kunnen we wel gebruiken na drie dagen in de camper.

We wisselen het water weer voor het asfalt en rijden naar onze camping. De ontvangst in Swissplage in Salgesch is hartelijk. En de kinderen kunnen hun pret niet op: ook al hebben ze net nog alle Birgerbaden geprobeerd, Swissplage heeft een privémeertje waarin gezwommen mag worden.

Ik heb nog een fikse wandeling gepland in het vlakbij gelegen natuurpark, het Pfyn-Finges natuurpark. Verspreid over twaalf gemeenten maakt dit de overgang van Duits- naar Franstalig Zwitserland, maar ook van bergen naar wijngaarden. Het droge klimaat is er ideaal voor vele soorten druiven. Over droogte gesproken: de flinke hitte vandaag maakt dat de wandeling wordt weggestemd, drie tegen één. Het wordt opnieuw zwemmen in het meertje van de camping.

Halte voor de nacht

Swissplage, Salgesch

Een zeer aangename camping voor kinderen én volwassenen. Het meertje van de camping is een fantastische plek om te relaxen, te zwemmen of met een bootje te varen. Het is net groot genoeg om het overzichtelijk te houden. De camping heeft ook een restaurant en een kleine winkel. Er zijn veel vaste klanten, maar omdat de camping groot is, stoort dat helemaal niet.

Dag 4

Zermatt

Vandaag krijg ik wel mijn zin. We keren terug richting Visp, waar we de afrit nemen naar Grächen, Zermatt. Het hart van de Alpen. Visp ligt op 650 meter hoogte. Zermatt ligt zo’n duizend meter hoger. Dit wordt opnieuw kuitenbijten voor de camper. De weg ernaartoe is goed berijdbaar, een keurige, goed onderhouden rijksweg. Niet zo moeilijk als de passen van de eerste dag. Er zijn geen haarspeldbochten, dus mijn vrouw geniet. We rijden rechtstreeks naar Täsch, waar je verplicht de camper moet achterlaten. Rijd je met een grote camper, parkeer dan voor het dorp. De parkings dichter bij het station zijn moeilijker voor grote campers, en zijn dikwijls volzet.

In het station van Täsch heb je om de twintig minuten een trein naar Zermatt. Wanneer we uitstappen, zien we meteen dat we niet alleen zijn. Zermatt, bekend om zijn zwartneusschapen, houten chalets en de Matterhorn trekt duizenden toeristen uit alle windstreken. In de hoofdstraat is het echt drummen. Na een korte wandeling tot aan de kerk zoeken we hogerop de rust. De Gornergrathbahn brengt ons naar het dak van Europa. De treinrit is een wonder van techniek. Niet enkel hoe de trein zichzelf naar boven trekt, is wonderlijk, ook de vergezichten zijn dat. Meer dan twintig vierduizenders, waaronder de Monta Rosa en de Matterhorn, wachten boven op de kijklustigen. Het laatste station bevindt zich op liefst 3089 meter. Het is er gelukkig minder druk dan beneden in de stad. Jammer dat deze plek onbereikbaar is voor de camper: het lijkt mij de mooiste plek ter wereld om te camperen. Hier de zon zien opkomen, moet de max zijn. Dat kan ook, in het Kulmhotel. Maar een camperhart wil zich niet beperken tot een hotelkamer en verkiest een bed op wielen. Twee uur later staan we weer op onze vertrouwde plek op de camping.

Dag 5

Salgesch, Aigle

‘Zo zat als een Zwitser’, zeggen we weleens. Niet verwonderlijk met al die wijngaarden, kilometer na kilometer, velden vol zoete druiven. De Rhônevallei staat in Frankrijk bekend voor haar vele wijngebieden. Daar hoeft de Zwitserse Rhône zeker niet voor onder te doen. Wij laten echter deze kelk aan ons voorbijgaan. Er staat vandaag een uitdaging op het programma die nuchterheid vereist: een hoogteparcours in het avonturenpark van Aigle.

De weg erheen is omgeven met kastelen en wachttorens. De burcht van Aigle is een must voor liefhebbers van geschiedenis én wijn: het bouwwerk uit de twaalfde eeuw herbergt een wijnmuseum. Het is vast de moeite waard, maar wij zijn gekomen voor het avontuur.

Het park ligt goed verscholen in de bossen. We krijgen een veiligheidsharnas aan, klikken ons vast aan een stalen kabel en gaan de hoogte in. Het parcours is best heftig. We springen, hangen, glijden en vliegen van boom naar boom. Er zijn routes van verschillende niveaus. Mijn vrouw verkiest toch met beide voeten op de grond te blijven.  

Na een laatste zweeftocht landen we veilig en wel in onze camper. Voordat we het laatste deel van onze Grand Tour aanvatten, houden we halt op camping Horizon Blue. Het is er druk,  maar opnieuw krijgen we een warm onthaal. Zwitsers hebben de naam stug en onvriendelijk te zijn, maar daar merken we niets van. Zwitserland is duur, maar vriendelijkheid kost niets.

Halte voor de nacht

Camping Horizon Blue

Ja, Zwitserland is duur, maar je krijgt hier dan ook waar voor je geld. De wegen, de campings, het sanitair op de campings: ze zijn allemaal zeer net en goed onderhouden. Maar bovenal is de natuur onbetaalbaar. Deze zeer nette en aangename camping ligt vlak aan het Meer van Genève. De plaatsen voor de campers zijn weliswaar niet groot: logisch, als je bedenkt wat een vierkante meter bouwgrond aan het meer kost. Het restaurant en de bar worden druk bezocht door de locals, wat altijd een goed teken is. Op wandelafstand zijn er stranden en winkels.

Dag 6

Villeneuve, Montreux

Na het ontwaken kuieren we wat en we zwemmen in het meer. Het water is lekker. Aan de overkant van het meer ligt Frankrijk. Zes kilometer verderop ligt het mondaine Montreux, bekend om zijn jazzfestival. Tickets voor het officiële programma zijn duur en moeilijk te verkrijgen, maar in de straten en op de pleinen spelen ook vele bandjes, gratis. Wanneer wij in Montreux aankomen, is het festival voorbij. En de drukte ook. We wandelen in alle rust op een prachtige, maar verlaten dijk en wanen ons god in Zwitserland.  

Rijden op de Grand Tour

  • Wegenvignet
    Rijden in Zwitserland betekent tol betalen voor een jaar! Alle motorvoertuigen tot 3,5 ton betalen 40 CHF (45 euro) voor een vignet dat geldig is tot 31 januari van het jaar nadien. Voor een caravan of aanhangwagen moet je een tweede vignet aanschaffen. De vignetten zijn verkrijgbaar aan de grens of aan de benzinestations. Niet alle tunnels zijn gratis met het vignet: de Sint-Bernard bijvoorbeeld kost je nog eens 22,20 euro (retour). Campers boven de 3,5 ton moeten aan de douane Schwerverkehrsabgabe betalen, afhankelijk van de verblijfsduur.
  • Met een camper
     De Grand Tour leidt je soms over lokale baantjes die smal, steil en bochtig kunnen zijn. Dat is met een grote camper niet altijd gemakkelijk, zeker als je het rijden in de bergen niet gewend bent. Maar als de befaamde Zwitserse postbus erdoor kan, moet dat met de camper ook lukken. Let bij de planning van je route dus toch maar even op de mogelijkheden van je camper. Overschat hierbij jezelf of de trekkracht van je slaapwagen niet. En laat je onderweg niet opjagen. Die motard achter je moet je maar inhalen.
  • Voorrang
     Als de weg op bepaalde plaatsen te smal is voor twee wagens, heeft in de bergen stijgend verkeer voorrang op dalend verkeer. Behalve de postbus: die heeft altijd voorrang. Dat is de regel. 
  • Slecht weer
    De belangrijkste regel in de bergen is echter je gezond verstand te gebruiken. Waag je niet op een berg in slechte omstandigheden. Het gebeurt ook in de zomer dat een bergweg of bergpas is afgesloten: slecht weer kan ’s zomers ook een winters karakter krijgen.
  • Afdalen
    Wanneer je hoogtemeters maakt, jaag je je motor onvermijdelijk in hoge toerentallen. Zowel bij het klimmen – logisch – als bij het dalen. Dat laatste kan je vermijden door te remmen op de motor. Als je bij het afdalen veel moet remmen met een zwaar geladen motorhome, doe dat dan kort en krachtig, en niet lang en langzaam. Door kort te remmen krijgen je remmen de tijd om af te koelen. Geven remmen of motor het signaal dat ze te warm aanlopen, zet de camper even opzij en geniet van het uitzicht.

Camperplaatsen

  1. Camping Nufenen
    Claude & Petra Pause, CH 8810 Horgen
    0041 27 973 14 37, 0041 79 664 66 19, info@camping-nufenen.ch
    3988 Obergoms
    www.camping-nufenen.ch
  2. Swissplage
     familie Genoud, CH-3970 Salgesch 
    0041 27 455 66 08, info@swissplage.ch
    Campingweg 2, 3970 Salgesch
    www.swissplage.ch
  3. Camping Horizon Blue
    0041 21 960 15 47
    Rue du Quai 11, 1844 Villeneuve
    www.camping-club-vaudois.ch
Gepubliceerd op woensdag, februari 3, 2021 door Thomas De Boever

Delen