De 7 principes van Leave no Trace

Of je nu een dagtocht in je eigen buurt maakt of twee weken in de bergen gaat trekken, als mens heb je altijd impact op de natuur. Je kan er wél voor zorgen dat die impact minimaal blijft.

Precies om die reden hechten veel kampeer- en natuurliefhebbers veel waarde aan het ‘Leave no trace’-gedachtegoed. Deze ethische gedragscode bestaat uit zeven principes die je kan toepassen wanneer je erop uit trekt.

1. Bereid je goed voor

Zorg dat je op de hoogte bent van de regelgeving in het (natuur)gebied dat je bezoekt. Mag je er wildkamperen of niet? Welke paden moet je volgen? Denk ook na over praktische zaken zoals eten en drinken. Een kookvuurtje is altijd minder belastend voor de natuur dan een kampvuur. Stippel je tocht goed uit. Hoe beter je weet waarnaartoe, hoe kleiner de kans dat je na zonsondergang moet zoeken naar een kampeerplek en misschien zo planten of struiken beschadigt.

2. Blijf zoveel mogelijk op bestaande paden en kampeerplekken

Is er géén pad en ben je in groep op stap, loop dan niet in elkaars spoor (om te vermijden dat je een pad creëert). Houd je kampeerplek zo klein mogelijk: neem niet te veel plaats en kies een plek waar zo weinig mogelijk vegetatie is, niet te dicht bij meren of rivieren.

3. Laat geen afval achter

Klinkt logisch, maar toch. Ook resten van fruit en groenten mag je niet achterlaten omdat ze de bodem beïnvloeden, en dat is niet de bedoeling. Moet je naar het toilet? Graaf een put en stop gebruikt toiletpapier in plastic zakjes, zodat je het kan meenemen en later in de vuilnisbak of toilet kan gooien. Gebruik biologisch afbreekbare zeep voor jezelf en voor de afwas, maar gebruik géén zeep in een rivier: daar drinken dieren en soms ook mensen uit. Vul liever een pot met water en was je een eindje verderop.

4. Laat alles liggen wat je vindt

Je denkt misschien dat het niet zo’n kwaad kan om één bloemetje te plukken, maar als élke wandelaar of kampeerder dit zou doen, blijven er misschien niet veel bloemen over. Van stenen tot bloemen en planten: ‘leave what you find’, klinkt het. Tenzij je op afval stoot, natuurlijk, dat neem je natuurlijk wél mee. Graaf ook geen kuilen of grachten wanneer dat niet nodig is.

5. Beperk de impact van je kampvuur

Een kampvuur maken is voor veel kampeerder onlosmakelijk verbonden met kamperen, maar besef dat je er de natuur meer kwaad dan goed mee doet – denk maar aan allesverwoestende bosbranden, niet zelden veroorzaakt door kampvuur. Neem een kookvuurtje (op gas of benzine) mee om te vermijden dat je een open vuur moet maken. Maak je toch een kampvuur, houd het dan zo klein mogelijk en zorg dat je het vuur nadien grondig dooft.

6. Respecteer wilde dieren

Verstoor het leven van wilde dieren niet omdat je dichterbij wil gaan voor een foto. Blijf zoveel mogelijk op afstand. Maak zo weinig mogelijk lawaai – snelle bewegingen en harde geluiden kunnen heel stresserend zijn voor dieren. Ben je in een grote groep op pad, splits je dan op in kleinere groepjes om het lawaai te beperken.

7. Heb respect voor andere outdoorliefhebbers

Iedereen heeft het recht om op een aangename manier van de natuur te genieten. Begroet andere wandelaars en laat tegenliggers veilig passeren, houd je hond aan de leiband, neem geen luide muziek mee,…

Gepubliceerd op maandag, augustus 9, 2021 door Lien Lammar

Delen